-
1 source
n. origine, bron; afkomst; (in computers) originele kode, source[ so:s]♦voorbeelden:reliable source • betrouwbare bron -
2 support
n. steun; broodwinning, levensonderhoud; ondersteuning--------v. ondersteuning, dragen, voorstaan; hulp verlenen; toestemmen; versterken; aanmoedigen; onderhoudensupport1[ səpo:t]1 steun(stuk) ⇒ stut, drager, draagbalk1 steun ⇒ hulp, ondersteuning2 onderhoud ⇒ levensonderhoud, middelen van bestaan♦voorbeelden:————————support2〈 werkwoord〉1 (onder)steunen ⇒ stutten, dragen2 steunen ⇒ helpen, bijstaan; verdedigen, bijvallen; subsidiëren4 (ver)dragen ⇒ doorstaan, verduren♦voorbeelden:support a policy • een beleid verdedigen3 support oneself/one's family • zichzelf/zijn familie onderhouden¶ supporting programme • bijfilm, voorfilm(pje)supporting part/role • bijrol -
3 a means of support
-
4 source of income
inkomstenbron (manier waarop men de kost verdient, meestal werkplaats of rente v. onroerende goederen) -
5 his source of income
zijn bron van inkomsten -
6 cash cow
melkkoe, geldkoe, zaak die winst maakt, zaak die geld in laatje brengt, bron van contante inkomsten; succesvolle zaak die winst in nieuwe onderneming steekt
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский